■ Koppelen aan een ander apparaat
Voordat u de GPS-module kunt gebruiken, moet u de
module aan een compatibel apparaat koppelen.
Bij enkele GPS-toepassingen kunt u de GPS-module binnen
de toepassing koppelen en aansluiten zonder daarvoor het
Bluetooth-menu van uw apparaat te gebruiken. Zie de
gebruikershandleiding van de GPS-toepassing.
A l g e m e n e g e b r u i k s i n s t r u c t i e s
15
Als u eerder andere GPS-apparaten op uw telefoon hebt
aangesloten, moet u deze koppelingen van het apparaat
verwijderen voordat u de GPS-module koppelt.
Ga als volgt te werk om de GPS-module in het Bluetooth-
menu te koppelen:
1. Zorg ervoor dat zowel de GPS-module als het
compatibele apparaat zijn ingeschakeld.
2. Activeer de Bluetooth-functie van het apparaat en stel
het in op zoeken naar Bluetooth-apparaten.
3. Selecteer de GPS-module (Nokia LD-4W) uit de lijst met
gevonden apparaten.
4. Voer het wachtwoord 0000 in om de GPS-module aan
het apparaat te koppelen. Mogelijk moet u voor
sommige apparaten de verbinding afzonderlijk tot stand
brengen nadat de koppeling heeft plaatsgevonden.
U hoeft uw apparaat slechts één keer aan de
GPS-module te koppelen.
5. Start met het gebruik van de GPS-toepassing.
A l g e m e n e g e b r u i k s i n s t r u c t i e s
16
Het Bluetooth-controlelampje knippert blauw wanneer
de GPS-module aan uw apparaat is gekoppeld.
U kunt de GPS-module koppelen aan maximaal acht
compatibele apparaten. U kunt er echter maar één tegelijk
aansluiten.
Als u de GPS-module wilt ontkoppelen, schakelt u de
module uit of verbreekt u de verbinding in het Bluetooth-
menu van het apparaat of in de toepassing die u hebt
gebruikt voor het tot stand brengen van de verbinding.